Inhoud
Bril
Ik kan op mijn 48ste nog goed lezen zonder bril. Dat is als mijn linkeroog niet te veel trilt. Dan moet ik dat oog sluiten en verder lezen met mijn rechteroog. Waarvoor mijn dank rechteroog! Je bent een topper.
In de verte heb ik echt een bril nodig. In mijn auto ligt altijd een bril klaar. Maar soms heb ik haast. Of het regent. Met een regenbril zie je niks. Dan breng ik mijn dochtertje op de e-bakfiets veiliger naar school zonder bril op. Ik rijd gewoon wat langzamer. Ik herken alleen geen gezichten. Trouwens: met bril herken ik ook moeilijker gezichten. Het is alsof mijn ogen geen details meer zien. Mensen met paars haar herken ik wel. Maar er zijn veel vrouwen van gemiddelde lengte met blond haar. En mannen met een hippe baard struikel je tegenwoordig over.
Vriendelijke glimlach
Uit voorzorg zet ik alvast een vriendelijke glimlach op en als ik het idee heb dat ik een bekend gezicht zie roep ik ‘Hallo!’ Dat gaat meestal goed.
Nou heb ik ook MS toevallig. Dan wordt multitasking iets ingewikkelder. Kijken, herkennen, fietsen, met dochtertje praten, luisteren. Soms gaat het dan mis. Ik vergeet te groeten of mijn zonnige glimlach op te zetten.
Veel mensen hebben dat ook zonder MS trouwens. Ik had vroeger een vriendin die nooit groette als ze haar bril niet op had. Zij vroeg mij op (te) luide toon: ‘Wie is dat?’ Gênante momenten.
Eigenlijk is een bril het meest geaccepteerde hulpmiddel voor ‘gehandicapten’. Niemand vindt je zielig als je een bril hebt. Vroeger was dat anders, want toen had je nog van die dikke ‘jampotglazen’ brillen. Dat is gelukkig niet meer nodig en nu is een bril een hip mode-item.
Maar het is nog steeds een hulpmiddel.
Het helpt je om de wereld beter te zien en te ervaren. Niets om je voor te schamen dus.
Dit zou ook moeten gelden voor andere hulpmiddelen. Rolstoel, krukken, van die stokken om iets van de grond te rapen, openers voor slappe handen. Ik voorspel dat dit allemaal, als ze het niet al zijn, hoogvliegers gaan worden op modegebied.
Ik had een beugel toen ik 7 was. Zo eentje die je in en uit kon doen. Ik had er veel succes mee. Iedereen wilde ook een beugel, wilde de mijne passen (echt!). Ik maakte er de blits mee. Geen idee hoe dat kwam. Sommige kinderen werden gepest met een beugel. Misschien hielp het dat ik zelf niet met mijn uiterlijk bezig was, maar wel geïnteresseerd in de werking van het ding. Kauwgum eten proberen (niet doen), zelf iets losser maken als het pijn deed. Maar niet te los, want anders zou de beugel niet meer helpen. Ik vond het een gaaf ding.
Misschien is dat wel het geheim.
Als je zelf tevreden bent met een hulpmiddel. Als je er blij mee bent en het waardeert. Misschien dat je dat dan ook uitstraalt. Dat maakt je een stuk minder kwetsbaar.
Ik loop af en toe met een rollator. Ik let dan niet meer op of mensen kijken. Dat helpt ook.
Ik moet wel zeggen: Als ik heel moe ben en moeilijk loop met kruk of rollator, dan voel ik mij wel opgelaten. Mensen gaan dan helpen. Heel lief natuurlijk, maar ik voel me ook heel kwetsbaar. Niet fijn.
Ik moet binnenkort aan de scootmobiel
Want ik kan steeds korter lopen. Dat is wel een stap achteruit, maar het is ook een stap vooruit. Want ik kan dan weer meer uitjes maken met mijn kinderen. Ik krijg weer een stuk vrijheid terug. En de medelijdende blikken, die kan ik dan gewoon weer negeren.
Heb jij een hulpmiddel? Hoe gelukkig voel jij je daarmee? Ben je blij met de mogelijkheden die het je geeft? Straal je dat uit? Dan heb je al veel gewonnen.
Stralen met je rollator
Top 3 assistentie voor professionals met een handicap
Klikken en downloaden.